Van Galecop tot Lekdijk 

In iedere editie van de lokale weekkrant de Molenkruier schrijf ik een column over al wat me op dat moment bezighoudt. Hieronder enkele van deze columns over wat bredere onderwerpen dan het lokale nieuws.


December 2020

 

Harde lockdown

 

Tot en met het weekend waren het alleen nog de getallen, maar inmiddels is corona weer heel dichtbij gekomen. In het verpleeghuis waar mijn lieve en ook uiterst kwetsbare schoonmoeder woont, is het virus teruggekeerd en dus mogen we haar nog maar met maximaal één persoon bezoeken. De schrik sloeg ons maandag dan ook om het hart, omdat mijn lief een dag eerder bij zijn moeder op bezoek was geweest. Gelukkig heeft hij daar goed afstand gehouden en zijn mondkapjes sowieso verplicht. Maar toch, je weet nooit of je het oploopt en de acute lichte hoofdpijn, die we beiden onmiddellijk voelden, hielp niet. Natuurlijk zal het wel gewoon een spanningshoofdpijntje zijn, dat nog een extra zetje kreeg toen even later de aankondiging van de harde lockdown uitlekte. Het enige wat ons nu nog rest is heel hard duimen dat mijn schoonmoeders test negatief uitpakt.

Ondanks de grote ellende die het voor heel veel mensen oplevert, zijn wij toch blij met de harde maatregelen. Eigenlijk vinden we dat het al veel eerder had moeten gebeuren. De afgelopen twee weken kwam mijn lief vaak gefrustreerd thuis, omdat hij vanuit Nieuwegein richting Utrecht met regelmaat in een file terecht kwam, die afsloeg naar de Ikea.

“Ik ben woest. Het is schandalig dat ze juist nu stunten met een kerstboom voor 1 euro. Net zo belachelijk als Black Friday. Terwijl velen van ons al maanden in onze vrijheid worden beperkt, veel ouderen en kwetsbare in angst leven en hele beroepsgroepen ten onder dreigen te gaan, denken nog altijd te veel mensen kennelijk nog steeds ‘lang leve de lol’.”

Ondanks de spanningen van de afgelopen maanden, blijf ik optimistisch en laten we dus hopen dat iedereen wakker is geschud en dat het ons lukt het virus nu echt de kop in te drukken. Al vind je het overbodig voor jezelf, doe het dan in ieder geval voor de mensen in de zorg en alle kwetsbaren!


November 2020

 

Lockdown

 

Wat is er toch met ons Nieuwegeiners de afgelopen 20 jaar gebeurd? Hoe komt het dat we van het bijna allerbeste jongetje van de klas volgens een rapport van de Nederlandse Vereniging van Reinigingsdeskundigen (NVRD) uit 2002, zijn veranderd in het min of meer slechtste jongetje van de klas. In ieder geval in onze provincie.

In het rapport stond toen te lezen dat Nieuwegeiners veel gebruik maakten van de voorzieningen voor afvalafgifte en afvalscheiding. En we boden naar verhouding veel minder afval aan dan in veel andere gemeentes. Wat een lovende woorden en niet zo gek dus, dat Nieuwegein als doel in de jaren daarna had om met de al geplande ondergrondse afvalinzameling en een uitgebreide voorlichtingscampagne, verder te klimmen op de ’milieuranglijst’ van Nederlandse gemeentes. 

Het tegenovergestelde gebeurde met als triest dieptepunt dat vorig jaar de afvalstoffenheffing met 8 procent steeg en een stijging van maar liefst 30 procent is voorzien in 2021, onder andere omdat we zo slecht scheiden. En dat terwijl het de gedachte was dat door met verschillende gemeenten samen het ophalen van het afval onder te brengen bij een gezamenlijke dienst, de RMN, de kosten veel lager zouden worden, het ophalen efficiënter en het enthousiasme en de mogelijkheden om te scheiden beter.

Maar wat heb ik de afgelopen jaren zien gebeuren. We hebben meer containers gekregen en nog meer ophaalmomenten. Binnenshuis heb ik een zak voor plastic, een bak voor oud papier, een bak voor het restafval en voor chemisch afval. Wij doen dus nog erg ons best, maar wij ervaren de discussies de laatste jaren over de vraag of het scheiden van afval, of zoals we het tegenwoordig noemen grondstoffen, door ons thuis de beste oplossing niet als erg bemoedigend. Mijn lief heeft heel wat afgesjouwd met zakken, dozen en tassen ‘grondstoffen’, maar zelfs bij hem dreigt zijn enthousiasme voor scheiden tot het nulpunt te zakken. Zeker met de bizarre kostenstijgingen in het verschiet.

 


 

Augustus 2020

 

Gemis aan voorpret

 

Wandelen met onze hond Juulke vormt, op een enkel tuinbezoekje na, nog altijd de enige constante in ons sociaal leven. Enkele dagen, vlak voordat de huidige hittegolf begon, kwam ik één van mijn buurtgenoten tegen. Natuurlijk ging het over onze honden en over corona.

“Ik ben niet echt bang voor corona, maar heb wel al maanden zo’n onbestemd naar gevoel”, vertel ik. “Goed uitleggen kan ik het niet, maar het voelt een beetje alsof ik de grip op mijn leven kwijt ben.”

“Nou, ik ervaar vooral een gemis aan voorpret. Je weet nooit of de leuke dingen die je altijd doet of die je nog wilt doen, doorgaan of ooit weer kunnen”, zegt mijn buurvrouw.

Ik realiseer me opeens dat dat precies is, waar ik last van heb; het gemis aan voorpret. Mijn lief wordt er wel eens moe van, omdat ik een kei ben in het hebben van voorpret met bijbehorend enthousiasme. Het houdt mij actief en op de been bij tegenslagen. Nu ik tot dit inzicht ben gekomen, neem ik mij voor meer voorpret te hebben. Ik heb mezelf de opdracht gegeven iedere dag minsten drie zaken te benoemen waar ik me die dag op kan verheugen. En ik moet zeggen dat het werkt, al zijn het meestal maar kleine alledaagse zaken, zoals het bakje koffie dat ik iedere ochtend door mijn lief aangereikt krijg, een wandelingetje met Juulke of simpelweg oefenen wat we leerden tijdens de puppy les bij de kynologenvereniging.

Er is echter één ding waar ik me enorm en in steeds heftiger mate wel op kan en mag verheugen, omdat het onvermijdelijk is dat de regen terugkomt evenals koeler weer. De vraag is alleen nog wanneer. Tot die tijd zoek ik verkoeling in huis bij de zoevende ventilator op het tafeltje naast mij, onder een verfrissende douch of in een koud voetenbadje in de tuin.

Oh, trouwens, de eerste recensie op deze column heb ik al binnen. Mijn lief noemt het komkommernieuws.


Augustus 2020

 

Nooitgenoeg

 

Soms moet ik denken aan Rupsje Nooitgenoeg, een rupsje dat altijd honger had. Deze week overkwam me dat weer, vlak nadat de vakbonden eensgezind voor de camera’s hun enthousiasme toonden over het derde steunpakket. Miljarden trekt de regering uit om het leed zoveel mogelijk te verzachten en ja, dat zal nooit voldoende zijn.

Veel ondernemers, ook in Nieuwegein, worstelen om hun hoofd boven water te houden. En dan gaat het opeens over de kosten die thuiswerkers moeten maken. Het NIBUD heeft namelijk berekend dat thuiswerken een werknemer gemiddeld zo’n 2 euro per dag kost. En dus eist het FNV dat werkgevers die kosten gaan vergoeden. Zie hier het rupsje.

Mijn lief en ik zitten gelukkig op één lijn. Ons bekruipt het gevoel dat er geprobeerd wordt het onderste uit de toch al op barsten staande kan te halen. Want is er gekeken naar de financiële voordelen van thuiswerken, zoals: minder kosten voor het reizen naar en van het werk en minder kosten aan het lunchen in de bedrijfskantine. Een sneetje brood uit de broodtrommel is nog altijd vele malen goedkoper. Mensen met kinderen kunnen ze later naar de opvang brengen en eerder ophalen. Dat scheelt ze vast meer dan die twee euro per dag. En de honduitlaatservice kan ook wel geschrapt worden.

Kunnen we werkgevers in deze moeilijke tijden niet even een adempauze geven, voordat we ze opzadelen met nieuwe administratieve rompslomp.

En vergeet vooral niet wat thuiswerken je ook psychisch kan opleveren, zoals minder stress. En daarbij houd je ook nog eens meer tijd over voor de kinderen of kleinkinderen, maar ook voor mantelzorg, vrijwilligerswerk of gewoon om leuke dingen te doen. Samen eten in plaats van heen en weer te rennen in de weinige ‘vrije’ tijd die we hadden, van de ene afspraak naar de andere. Minder stress zorgt voor een gezonder en mogelijk ook langer leven. Tenslotte leven we niet om te werken, maar werken we om prettig te kunnen leven.

 


Maart 2020

 

Pas op de plaats

 

Ik heb nooit gedacht dat onze wereld in zo’n korte tijd zo zou kunnen veranderen. Dat is iets voor arme landen en oorlogsgebieden, maar toch niet voor Nederland. Wat een week hebben we achter de rug en in de twee dagen tussen het moment waarop ik dit schrijf en dat jullie dit lezen zal het ongetwijfeld weer anders zijn.

Mijn week begon hartstikke leuk, alhoewel dat gevoel na enig rekenwerk snel verdampte. Aan het miljoen dat mijn postcode 3437 heeft gewonnen, houden wij waarschijnlijk maar enkele tientjes over. Maar toen volgde de persconferentie van Rutte. De boodschap sloeg in als een ‘bom’. Gevolg, velen onder ons sloegen aan het hamsteren. Ook in Nieuwegein werd paracetamol gerantsoeneerd en startte een run op houdbaar voedsel en wc-papier. Maar waarom? Wie logisch nadenkt weet dat het op dit moment volstrekt overbodig is. Er is immers eten genoegen en ook de distributie was toen nog geen enkel probleem.

Het doet me denken aan mijn opa. Toen we na zijn overlijden zijn huisje leeghaalden troffen we allerlei voorraden aan, van Droste cacao tot Oryzarijst en blikken vol noodrantsoenen. De meeste zaken kocht hij na de Tweede Wereldoorlog, waarin hij tijdens de hongerwinter ondergedoken had gezeten in Amsterdam. Zijn angst was begrijpelijk en enorm.

Angst is echter vaak een slechte raadgever. En al helemaal op dit moment, in een land als het onze, in de maanden dat we eigenlijk bezig zouden moeten zijn met het uitbundig vieren van 75 jaar vrijheid.

Mijn lief en ik voelen ons opgesloten, nu we aan sociale onthouding doen zodat we toch nog naar mijn lieve, maar dementerende schoonmoeder kunnen. Ik kan wel janken als ik er aan denk dat zij nu ‘opgesloten’ zit. Mijn schrikbeeld is dat de deuren helemaal op slot gaan en dat, als zij deze ellende overleeft, ze ons niet meer herkent. Voor kwetsbare mensen, zoals zij, moeten we allemaal onze verantwoordelijkheid nemen. Jullie toch ook!

December 2020

 

Woord van het Jaar

Nu het einde van het jaar nadert, kan ik gerust stellen dat dit jaar voor mijn lief en mij één van de bizarste jaren van ons leven was. Zelfs nog akeliger dan het jaar waarin ik bij een paardrijongeval mijn rug brak en vijf jaar in de lappenmand belandde. Dat komt doordat Covid19 niet alleen mijn wereld, maar de hele wereld ‘on hold’ heeft gezet en we dag in dag uit proberen met ons persoonlijke gedrag een onzichtbare en mogelijk dodelijke vijand buiten de deur te houden. 

Maar hoe onvoorstelbaar ook; Corona heeft ons toch ook nog een klein beetje goeds opgeleverd. Onze taal is er een stuk rijker van geworden. Ik hoorde taalkundige Wim Daniëls onlangs vertellen dat deze pandemie ons maar liefst duizend nieuwe woorden heeft gebracht, zoals: zorgapplaus, virusontkenners en coronakilo’s. Persoonlijk vind ik het woord huidhonger wel heel speciaal, toen ik dat voor het eerst hoorde. Ik ben niet echt van het knuffelen, maar wel van het aanraken. Even een arm om iemands schouder of een warme handdruk zijn wel dingen die ik echt mis. Tegelijkertijd heb ik dan nog het geluk dat ik binnen ons eigen huishouden een lieve man en vrolijke viervoeter heb, waarmee ik heel wat kan ‘afknuffelen’. Het lijkt me pas echt zwaar voor wie dat niet heeft. 

Het ‘Woord van het Jaar 2020’ wordt vast een corona-gerelateerd woord. Nu zijn de nominaties al bekend en kan er ook al gestemd worden, maar als het had gekund, had ik nog graag een woord toegevoegd. Namelijk een woord dat ik niet kende en wat niets met corona van doen heeft. Het woord spleetbreedte. Allereerst vind ik het een lelijk woord en ook ietwat dubbelzinnig. Maar vooral het verhaal erachter is bizar te noemen. Het betreft een zoveelste mankement aan onze sneltram, namelijk de spleet tussen het perron en de tram, die te groot is voor rolstoelers en anderen. Onvoorstelbaar maar de soap go’s on!

 


Oktober 2020

 

“Dat nooit meer”

 

“Ik vind het niet kunnen”, roept mijn lief van achter zijn laptop.

“Oh gut, daar gaan we weer”, denk ik. “Hij staat weer in de mopperstand.”

“Waar heb je het over”, vraag ik toch ietwat nieuwsgierig geworden.

“Weet je wat voor een week het is? De Week van de opvoeding!”

Door een gebrek aan kinderen in onze directe omgeving is me dit helemaal ontgaan. Mijn lief lijkt niet meer te stoppen.

“En wat zou elk kind dan toch vooral moeten leren?”

Ik vermoed dat dit alweer een vraag is waar hij geen antwoord van mij op verwacht.

“Dat je eerlijk moet zijn. Dat liegen uit den boze is en eerder tegen je werkt dan voor je. Maar waarom zie ik dan toch keer op keer, zelfs in de Week van de opvoeding, een reclamespotje op tv voor tomatensoep, waarin een jongetje liegt over hoe het komt dat hij drijfnat is, waarna hij een heerlijke kom soep door zijn vader krijgt voorgeschoteld. Hij liegt niet alleen. Het levert hem ook nog wat op. Hoe zeggen ze dat ook alweer, ‘goed voorbeeld doet goed volgen’.”

Zo ken ik er nog wel meer in dit verwarrende corona-tijdperk. Ons, het volk, is toegezegd dat de reguliere zorg zoveel mogelijk door moet gaan bij een tweede corona-golf. Ernst Kuipers, voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg, liet onlangs in een persconferentie weten dat de ziekenhuizen nu alweer overbelast beginnen te raken en dat andere zorg wordt uitgesteld. Hoe kan het, wetende dat er simpelweg onvoldoende handen aan het bed zijn, dat ons toch werd voorgehouden dat ze geen herhaling willen van wat er in het voorjaar in de ziekenhuizen gebeurd is.

Hetzelfde geldt voor het op slot gooien van de verpleeghuizen. “Dat nooit meer” heb ik politici en vele anderen toch nadrukkelijk horen zeggen. Wij voelden zelfs een zekere mate van opluchting, maar inmiddels blijken ook dat loze beloften. Bij een besmetting gaat de afdeling waar mijn dementerende schoonmoeder verblijft voor ons toch gewoon weer op slot.


Augustus 2020

 

Blauwe wezens

 

Ik hoor het onze premier in maart nog zeggen “Met groepsimmuniteit bouw je als het ware een beschermende muur om hen heen. Maar we moeten ons wel realiseren dat het maanden of zelfs langer kan duren om groepsimmuniteit op te bouwen en in die tijd moeten we mensen die een groter risico lopen zoveel mogelijk afschermen”. 

Mij is het nu wel duidelijk dat er een groot verschil zit tussen de woorden afschermen en beschermen. Ik had er toen nog geen concreet beeld bij, totdat de verpleeghuizen en andere zorginstellingen op slot gingen en mijn schoonmoeder verdacht werd van corona. Ruim drie dagen werd zij afgeschermd van alles en iedereen. De deur van haar kamertje ging op slot. Alleen onherkenbare blauwe wezens kwamen haar helpen. Niets dan lof over de zorg, maar voor mijn lieve dementerende schoonmoeder moet dat zo aangevoeld hebben. Ze begreep er niets van en werd agressief. Iets wat we van haar niet gewend zijn. Ze werd negatief getest. 

Inmiddels zit de vakantietijd er bijna op, hebben we kunnen genieten van het mooie weer, in ons geval gezucht en gesteund onder de hittegolf, en lijkt het alsof steeds meer mensen moeite hebben om de simpele regels van onder andere de 1,5 meter afstand na te leven. Niet zo gek dus dat het aantal coronabesmettingen ook in Nieuwegein weer toeneemt. Het voelt voor ons als het zwaard van Damocles, omdat nog altijd de regel geldt dat de woongroep van mijn schoonmoeder op slot gaat als er nieuwe besmetting komen. Het is geen beschermend muurtje van Rutte, maar voor ons gevoel een bunker waarin zij en vele anderen dan weer zouden belanden. 

Ik vraag Rutte dan ook dringend tehuizen nooit meer op slot te gooien, maar in te zetten op sneltesten van bewoners, personeel en bezoekers. Want het geïsoleerd gevangen zetten van dementerende mensen, die in hun laatste levensfase zitten, en desondanks toch in grote getalen aan corona overlijden heeft helemaal niets met bescherming te maken.


Juli 2020

 

Gestrekte arm

 

De afgelopen weken heb ik vaak teruggedacht aan de tijd dat ik mijn eerste televisietoestelletje kreeg. Zo’n kleine rode vierkante met afgeronde hoeken en een uitschuifbaar antennetje erop. Wilde ik nog een beetje scherp beeld hebben, dan was het de kunst het antennetje zo goed mogelijk te richten. Daarbij dient wel vermeld te worden dat een goed beeld toen, een slecht beeld nu zou zijn.

In ieder geval bevond ik mij de afgelopen weken in de situatie dat ik dagelijks op zoek moest naar een goed signaal. Nu niet meer voor de televisie, maar voor mijn mobieltje. Met gestrekte arm, mijn telefoon hoog boven mijn hoofd houdend, bleek het een stuk moeilijker te zijn een goed internetsignaal te vinden, dan vroeger een scherp beeld op mijn kijkbuisje.

Gelukkig was ik niet de enige en liepen er overal mensen, jong en oud, met gestrekte arm door het vakantiepark of zaten ze ergens bij elkaar op een plek waar het wel goed internetten was. Overigens wel met inachtneming van de anderhalve meterregel, want daar zijn ze in de Eifel strikt in.

We zijn er ook, voor zo ver dat überhaupt kan, gewend geraakt aan het mondkapje. Ondanks dat we de meeste tijd in ons huisje op de 'berg' bovenin het park verbleven, waren we verplicht overal waar we binnen kwamen er één te dragen. Met het oplopend aantal besmettingen, zou ik zeggen “stel dat ook hier verplicht”. Het is verre van fijn, maar ik ben bereid veel te doen om dit ‘monster’ zo snel mogelijk de wereld uit te helpen.

In de Eifel hebben we in ieder geval weer kunnen genieten van de altijd frisse schone lucht, de talloze fluitende vogels, de rust, de soms oorverdovende stilte en de prachtige sterrenhemel. In Nieuwegein ervaar ik dat sinds maart gelukkig ook wat meer. De lucht voelt frisser, een merel voedt haar jongen in de heg en het is veel stiller op straat. Het is alsof onze levens in een lagere versnelling zijn beland en dat voelt, ondanks de continue angst voor Covid, dan toch best wel weer goed.